Wandeling via het wandelnetwerk Velden en Meersen door de oostelijke rand van Brugge.
Ik vertrok vanaf de randparking aan het einde van de Baron Ruzettelaan bij de brug van Steenbrugge. Ik volgde de tragelweg langs het kanaal Gent-Brugge richting binnenstad. Aan de overkant van het kanaal liggen het Lappersfortbos en de vroegere bedrijfsgebouwen van trein- en tramproducent La Brugeoise et Nivelles. De gebouwen werden beschermd als monument en doen nu dienst als eventlocatie.
Bij de Katelijnepoort volgde ik Gentpoortvest tot bij de Gentpoort, één van de vier goed bewaarde, middeleeuwse stadspoorten van Brugge.
Daarna stapte ik door de woonwijken van Assebroek en Sint-Kruis en het kleine Veltembos. Deze gronden van dit domein waren ooit eigendom van de Gentse Sint-Baafsabdij. In de 16de eeuw bouwde een Brugse poorter hier een kasteel. Het vervallen bouwwerk werd in 1970 gesloopt en maakte plaats voor een zwembad. Heel opvallend: de nabije camping was bijna volledig gevuld met campers van onze noorderburen. Waarschijnlijk zijn heel wat van deze kampeerders gevlucht voor de lockdown in hun land?
Uiteindelijk kwam ik bij het Grafelijk Slot van Male, halverwege tussen Brugge en Sijsele. Het kasteel heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot in de 9de eeuw. In de 14de eeuw was het Slot de geboorteplaats van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen. Door het huwelijk van zijn dochter Margaretha met Filips de Stoute werd het ook de verblijfplaats van de hertogen van Bourgondië. Van 1954 tot 2013 was er de Sint-Trudoabdij gevestigd. Het kasteel is momenteel in privébezit en is niet voor het publiek toegankelijk. Door de bomen kon ik evenwel een glimp opvangen van het imposante bouwwerk.
Daarna volgden passages door enkele mooie stukjes natuur in het Brugse Ommeland: het Ryckeveldebos en de Assebroekse Meersen.
Het domein Ryckevelde is een mooi bos met prachtige dreven gelegen op de grens van Brugge, Sijsele en Oedelem. Ik leerde het gebied en de omgeving kennen toen ik hier als jonge snaak en prille dienstplichtige geregeld kwam voor militaire oefeningen of wachtdienst.
Ik vervolgde daarna mijn tocht richting Assebroekse Meersen, een geheel van lager gelegen, drassige en moerassige weiden doorsneden met grachten, sloten, rietkragen en knotwilgen. Bij mijn passage waren de Meersen voor een groot stuk onder water gelopen. Gelukkig ligt het wandelpad door de weilanden wat hoger en is het deels verhard zodat ik gespaard bleef van natte voeten. Maar ik vreesde dat het ergste misschien nog moest komen.
Een inderdaad: wat verder was het andere koek. Een stel wandelaars waren op hun stappen teruggekeerd en waarschuwden mij dat het wandelpad volledig ondergelopen was. Omdat ik niet direct een alternatieve route had, besloot ik het er toch op te wagen. Er zat niks op dan een eindje door de plassen en tot mijn enkels door de modder heen te ploeteren. Een groep dappere wandelaars kwam mij tegemoet en baanden zich eveneens een weg door de vettige modderbrij. Waterdichte wandelschoenen of laarzen waren hier allerminst een overbodige luxe.
Bij het Sint-Lucasziekenhuis voelde ik mij opnieuw in de bewoonde wereld. Er volgde nog een korte passage door de Steenbrugse bosjes. Via een stukje van de vroegere spoorlijn Brugge-Maldegem bereikte ik opnieuw de parking in Steenbrugge.
Mijn fotoreportage van de wandeling: Brugge 6 januari 2021




