Het dorpje Lamswaarde was het vertrekpunt van mijn allerlaatste wandeling van het jaar 2021. Het dorpje maakt deel uit van het Zeeuwse vestingstadje Hulst en ligt in het weidse landschap van de polders van Oost-Zeeuws-Vlaanderen op een tweetal kilometer van de Westerschelde.
Via de buurtschappen Roversberg en Duivenhoek stapte ik tot bij het kleine jachthaventje van Paal aan de Westerschelde aan de rand van het beschermde natuurgebied het ‘Verdronken Land van Saeftinghe’. Het natuurgebied, op de linkeroever van het estuarium van de Westerschelde, is het grootste brakwaterschorrengebied van Europa. In de 13de eeuw werd dit gebied door toedoen van de monniken van de abdij Ter Doest in Lissewege ingepolderd. In de late middeleeuwen lag hier de Heerlijkheid Saeftinghe: vier dorpjes (Saeftinghe, Casuwele, Namen en Sint Laureins) en het Slot Saeftinghe midden de vruchtbare polders. Stormvloeden, overstromingen en onderwaterzetting tijdens de Staats-Spaanse Oorlog zetten de polder definitief onder water en zo ontstond het Verdronken Land van Saeftinghe.
In het zuidoosten kon ik de twee koeltorens zien van de kerncentrale van Doel. Vanuit Paal volgde ik een zevental kilometer het pad over de dijk van de Westerschelde tot bij de haven van Walsoorden. Ondertussen kon ik heel wat vrachtschepen gadeslaan die via de Westerschelde van of naar de haven van Antwerpen voeren. Het is één van de drukst bevaren vaarroute ter wereld.
Onderweg kwam ik in Kruisdorp voorbij het monument ter herdenking van de Watersnoodramp van 1953. Deze ramp veroorzaakte in Zeeuws-Vlaanderen vooral veel schade, maar hier in de vroegere gemeente Hontenisse vielen toch 10 dodelijke slachtoffers.
Ik wandelde terug naar Lamswaarde door het Zeeuwse landschap van polders en oude zeedijken via de buurtschappen Kruisdorp en Kuitaart.
Mijn foto’s van de wandeling: Lamswaarde 30 december 2021




