Hoppeland: de Sint-Sixtusabdij en de Sixtusbossen (24 augustus 2021)

Wandeling via het wandelnetwerk Hoppeland in de streek ten noorden van Poperinge.

Ik wandelde vanuit Westvleteren richting Sint-Sixtusabdij en de Sixtusbossen. De terugweg ging via het kleine Krombeke. Westvleteren behoort tot de fusiegemeente Vleteren, dat zichzelf het groene bierdorp noemt. Het dorp ligt in de Westhoek op de grens van de Ijzervallei en het Hoppeland.

Achter de kerk van Westvleteren ligt een Belgische militaire begraafplaats met meer dan 1200 Belgische gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Het dorpje lag een 8-tal kilometer ten westen van het Ijzerfront. Het soldatenkerkhof werd aangelegd naast de meisjesschool, dat door het Belgische leger als een medische post werd ingericht.

De Sint-Sixtusabij ligt een 4-tal kilometer ten zuiden van het dorpscentrum ongeveer halverwege tussen Westvleteren en Poperinge. Vroeg in de 9de eeuw was er hier in de omgeving reeds een kloostergoed met broeders van de abdij van Saint-Omer. De huidige abdij werd gesticht in 1831 toen enkele kloosterlingen van de cisterciënzerabdij van de Catsberg zich in de bossen van Sint-Sixtus vestigden. In 1839 verleende Koning Leopold I een brouwvergunning aan de abdij en werden de eerste “trappisten” gebrouwen en gebotteld.

De echte “trappist van Westvleteren” wordt enkel binnen de abdijmuren van Sint-Sixtus gebrouwen. De productie en de verkoop wordt beperkt gehouden en dient enkel om in de eigen behoeften van de abdij te voorzien. De abdij en brouwerij kunnen niet worden bezocht maar in het naastgelegen bezoekerscentrum “In de vrede” is er een informatieruimte. Het is ook het enige officiële verkooppunt waar men de “trappist” kan degusteren. Het kan hier dus wel eens druk zijn. Er is een ruime gelagzaal en een groot terras.

Rondom de abdij staan heel wat infoborden, die informeren over de lokale gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De abdij en de omgeving errond was tijdens de Groote Oorlog dan ook een relatief veilige plaats en toevluchtsoord voor vluchtelingen, weeskinderen, legers en soldaten van diverse nationaliteiten. Bij het begin van de oorlog waren vluchtelingen de eerste gasten van de abdij. De vluchtelingen moesten al vlug plaats maken voor soldaten: eerst de Franse troepen, daarna eenheden van het Britse leger en op het einde van de oorlog onze Belgische soldaten. Voor de moegestreden soldaten was de abdij een ideale rust- en kampplaats. Hier konden ze eventjes de miserie van het front vergeten en zich ontspannen. Het gerstenat vloeide er dan ook rijkelijk.

Achter de abdij midden de Sixtusbossen werd na de oorlog een Lourdesgrot gebouwd met stenen uit de omgeving van de abdij van Rochefort uit dankbaarheid omdat de abdij en de inwoners gespaard werden van vernieling en dood. De Sixtusbossen was ooit een groot aaneengesloten bos maar door ontginning en ontbossing is er slechts een verzameling van enkele kleinere bosjes overgebleven: het Theetbos, het Couthofbos en -park, de Lovie, de Canadabossen, het Bardelenbos, het Dozinghembos en het bos bij de Sint-Sixtusabdij.

Midden in de bossen ligt een vrij groot Brits militaire kerkhof uit de Eerste Wereldoorlog: Dozinghem Military Cemetery. In de omgeving van Poperinge werden door het Britse leger een aantal veldhospitalen voorzien waaronder Dozinghem.

Ik wandelde terug via Krombeke, een deelgemeente van Poperinge. De geschiedenis van het dorp is onlosmakelijk verbonden met de legende van ridder Cornelius Witsoone, die hier in de uitgestrekte bossen verdwaalde tot hij de klokken van Krombeke hoorde luiden. Ter herinnering aan deze legende weerklinken sedert eeuwen in Krombeke iedere avond 72 doolklokjes.

Mijn fotoverslag van de wandeling: Westvleteren 24 augustus 2021

Facebooktwitterpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.