De weergoden hebben ons tijdens de eerste weken van de zomervakantie nog niet verwend. Het zonnetje bleef meestal verborgen achter dreigende, grijze regen- en onweerswolken en het blijft hoopvol wachten op wat zomerse warmte. Ook vandaag voorspelde men regen, zelfs overvloedig. Alleen aan de kust en in het Westen zou het hoogstwaarschijnlijk droog blijven. Dus trok ik dan maar naar de uiterste Westhoek voor een wandeling door de Moeren. En ik werd beloond want ik kon de volledige wandeling afwerken zonder paraplu, noch regenvest.
Enkele uren nadat ik deze blogpost online plaatste, werden bepaalde streken van ons land, Nederland en Duitsland geteisterd door een ware zondvloed en extreem noodweer. De beelden van de materiële schade ten gevolge van deze ramp waren werkelijk hallucinant en het menselijke leed is dan ook bijzonder groot . Mijn medeleven aan alle getroffen families.
De Moeren in het verre westen staan synoniem voor: polders, vlakte, uitgestrektheid, horizon, rust, open ruimte, boerderijen, akkers en velden en boerenland, kaarsrechte wegen, grachten en sloten, water, de frontiere en de schreve, blauwers, grensoverschrijdend, de Westhoek, Cobergher , kaas, westenwind, koers, waaiers … Ten zuiden van dit unieke poldergebied, dat zich uitstrekt langs beide kanten van de grens, doorsnijdt de Bergenvaart de polders van west naar oost. Dit kleine kanaaltje, dat eigenlijk niet veel meer voorstelt dan een gracht, verbindt het Frans-Vlaamse stadje Bergues (Sint-Winnoksbergen) met Veurne.
Ik startte mijn zwerftocht door de Moeren vanuit het grens- en polderdorpje Houtem en wandelde langs de Bergenvaart via het gehucht ’t Zwaantje naar Bulskamp. Het kleine gehucht is een verzameling van kleine arbeidershuisjes, hoevetjes en vroegere herbergen langs de Bergenvaart en is beschermd als dorpsgezicht.
Op een terras in de schaduw van de Sint-Bertinuskerk in Bulskamp nam ik de tijd voor een koffie. Mijn wandelroute zou mij vanuit het dorpje onmiddellijk de Moeren insturen maar aangezien de brug over de Bergenvaart was opgebroken, zat er niks anders op dan wat verder door te stappen richting Veurne tot bij het volgende bruggetje.
Daarna volgde er een kilometerslang recht stuk in westelijke richting dwars door de Moeren tot bij de “schreve“, zoals de grens met Frankrijk hier wordt genoemd. Ik was onderweg de witte en de mooi gerestaureerde Sint-Karelsmolen en het commiezenkotje, een schuilhuisje voor de douaniers, bij het gehucht de Moeresmisse gepasseerd. De Sint-Karelsmolen en de Sint-Gustaafsmolen, waarvan enkel de molenromp is overgebleven, zijn nog twee van de 23 windmolens die hier ooit stonden en werden gebruikt om het water uit de Moeren te pompen.
Vanaf het café “le Relais” aan de grens, volgde ik de wit-rode merktekens van de GR5A Wandelronde van Vlaanderen. Het GR-pad zou ik verder volgen op mijn terugweg naar Houtem. Het pad volgt eerst anderhalve kilometer een grasweg dat pal over de grens loopt en wat verder een graspad over de dijk langs de Ringsloot. Dit is de 32-kilometerlange sloot, gelegen naast de dijk, die de permanent bemaalde Moeren, volledig omzoomd.
Het traject van de GR5A werd enkele jaren terug herwerkt. Ook dit stukje langs de Ringsloot werd vernieuwd want toen ik in 2016 van Stavele naar De Panne (mijn verslag: Stavele – De Panne) stapte, volgde het GR-pad een andere weg.
Wat later stond ik terug in Houtem, waarvan de dorpskom werd beschermd als dorpsgezicht: de parochiekerk met daarrond het kerkhof, een 19de-eeuwse hoeve en de mooie pastorie. Deze pastorie was oorspronkelijk een toevluchthuis van de abdij van Veurne. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de pastorie meer dan drie jaar het hoofdkwartier van het Belgische Leger.
Mijn foto’s van de wandeling: Houtem 13 juli 2021




