Wandeltocht via de knooppunten van het wandelnetwerk “Waasland” en het wandelnetwerk “Langs Linies en Kreken” in Oost-Zeeuws-Vlaanderen.
Ik wandelde door de polders van Overslag via Rode Sluis naar Koewacht en terug. Beide grensdorpen liggen pal op de Belgisch-Nederlandse grens en hebben dus zowel een Belgisch gedeelte als een Nederlands deel. Het Belgische Overslag behoort tot Wachtebeke en het Nederlandse Overslag is een deelgemeente van Terneuzen.
Naast het vroegere douanekantoor van Overslag, waar er nu een frituur is gevestigd, staan de grenspalen 298 en 299. Deze grenspalen staan zo dicht bij elkaar en worden daarom de “tweeling van Overslag” genoemd. De grens tussen België en Nederland werd in 1843 officieel vastgelegd en 365 genummerde grenspalen markeren deze grens (458 km). Tijdens de wandeling flirtte ik voortdurend met de grens en passeerde dus ook heel wat grenspalen. In Overslag staan ook nog een aantal Oostenrijkse grenspalen uit de 18de eeuw toen de Zuidelijke Nederlanden (België) bij Oostenrijk werden gevoegd. Op deze arduinen grenspalen prijkt langs de ene kant de tweekoppige Oostenrijkse adelaar en langs de andere kant de Nederlandse Leeuw met inscriptie “Haar Hoog Mogende”.
Halverwege tussen Overslag en Koewacht kwam ik bij de Rode Sluis en de Grote Kreek. Hier wordt via een sas het overtollige water uit de kreek afgevoerd.
Het grensdorpje Koewacht is verdeeld over België en Nederland en over drie gemeenten. Het grootste deel van het dorp maakt deel uit van het Nederlandse Terneuzen en de rest behoort tot de Belgische gemeenten Stekene en Moerbeke. Wat mij betreft een uiterst complexe situatie. Koewacht is gekend als “vlassersdorp”. In de polders rond Koewacht werd vlas geteeld en heel wat inwoners werkten in de vlasnijverheid. Als herinnering aan de vlasteelt staat op het Kerkplein het beeld van de Zwingelaar. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep de dodendraad dwars door het dorp. Dit was een elektrische afsluiting langs de grens aangelegd door de Duitse bezetter om de massale vlucht van Belgen naar Nederland te stoppen. Daardoor was het kerkje voor het merendeel van de katholieke Nederlandse bevolking niet meer toegankelijk en werd aan de Nederlandse kant een noodkerk gebouwd.
Op de terugweg wandelde ik door een stukje bos in de Karnemelkpolder en tot bij de Pereboomsgatkreek tot ik opnieuw de Grote Kreek bereikte. Het laatste deel van de wandeling ging nog door enkele kleinere stukjes bos en door het Overslagbos. Ik maakte nog een klein ommetje in Overslag en kon nog een glimp opvangen van de molenromp van de Ronde Molen.
Min fotoreportage: Overslag 2 januari 2021




