Een stukje Vlaamse Ardennen tussen Oudenaarde en Brakel (28 november 2020)

Wandeltocht door het mooie golvende landschap van de Vlaamse Ardennen tussen Oudenaarde en Brakel. Het was een stralend zonnige herfstdag.

Parkoers: Mater – Sint-Maria-Horebeke – Sint-Kornelius-Horebeke – Haaghoek – Korsele (Geuzenhoek) – Bos ’t Ename – Mater.

Ik had Mater, een deelgemeente van de Scheldestad Oudenaarde uitgekozen als startplaats van mijn tocht. Ik stapte via de Jagerij, een kasseiweg en via de Tissenhovemolen richting Sint-Maria-Horebeke. De Tissenhovemolen staat fier midden in een open landschap en hoog boven op een plateau en kijkt uit over de valleien van Schelde en Zwalm. Deze houten windmolen is beschermd als monument maar is momenteel flink beschadigd: twee van de vier wieken zijn eerder dit jaar afgebroken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de molen gebruikt als uitkijkpost.

Vanuit Sint-Maria Horebeke wandelde ik via De Ketse, een prachtige kerkwegel naar het mooie witte kerkje van het buurtdorp Sint-Kornelis Horebeke. Beide kerkjes staan in vogelvlucht nog geen kilometer uit elkaar en tussen de beide dorpskernen stroomt de Krombeek in een mooie vallei .

Daarna volgde een nieuwe kasseiweg: de Haaghoek. Deze kasseiweg is bijna twee kilometer lang en verbindt Sint-Kornelis Horebeke met Zegelsem, een deelgemeente van Brakel. Deze golvende kasseiweg is vooral bekend bij de wielerliefhebbers omdat de weg steevast onderdeel is van het parkoers van de Ronde van Vlaanderen en andere Vlaamse wielerklassiekers.

Ik volgde de kasseien tot bijna in Zegelsem maar daalde dan af in de deels beboste vallei van de Perlinkbeek. Ik was totaal verrast toen heel onverwacht een tweetal kleine reeën op kleine afstand voor mij het pad kruisten. Tijd voor een foto had ik helaas niet. Beneden bij de beek kwam ik bij een prachtig midden in het groen gelegen watermolen: de Perlinkmolen. De watermolen is gelegen op het grondgebied van de Brakelse deelgemeente Elst. De eerste vermelding van de watermolen gaat terug tot in de negende eeuw.

Ik bleef een tijdje de Perlinkbeek volgen en kwam daarna opnieuw bij de Krombeek. De tocht ging op en af door het glooiende landschap en ik zette nu koers richting Korsele, een gehucht van Horebeke. Het pittoreske plaatsje wordt ook wel de Geuzenhoek genoemd. Hier in deze afgelegen uithoek van de Vlaamse Ardennen kon een groep protestanten en aanhangers van Calvijn zich sinds 1554 handhaven. Er staat een klein protestants kerkje met daarrond een kerkhof en een aantal mooie huisjes. Ik liep even rond op het kleine kerkhof en het viel me op dat op de grafzerken de familienaam “Blommaert” over vertegenwoordigd is. Dit zijn afstammelingen van Jacob Blommaert, een rijk tapijtwever uit Oudenaarde die in de 16de eeuw als leider van de bosgeuzen streed tegen het katholieke bewind van de Spaanse Koning. Het geboortehuis van volksschrijver Abraham Hans was ingericht als protestantse lagere school. In het gebouw is nu het Protestants Historisch Museum gevestigd.

Vanuit Korsele wandelde ik terug via de Tissenhovemolen en daalde nog af in de Scheldevallei richting Ename. Via Bos ’t Ename ging het opnieuw bergop. Boven had ik een mooi panorama over de Scheldevallei en de stad Oudenaarde. Wat later was ik opnieuw bij het kerkje van Mater waar ik mijn tocht begon.

Mijn fotoreportage: Mater 28 november 2020

Facebooktwitterpinterestlinkedinmail

2 gedachten over “Een stukje Vlaamse Ardennen tussen Oudenaarde en Brakel (28 november 2020)

  1. Mooi! Ik ben van Kortrijk en het is al veel te lang geleden dat ik nog eens naar die streek ben afgezakt. Op 30 minuutjes tijd – hoogtijd om nog eens te gaan – mooie foto’s

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.